Jongvolwassenen met dyslexie: Diagnostiek en begeleiding in wetenschap en praktijk
Samenvatting
Hoewel de zorg voor leerlingen met dyslexie in het basisonderwijs de afgelopen decennia sterk verbeterd is, is dit voor jongeren (zestien jaar en ouder) met dyslexie in veel mindere mate het geval. Op het gebied van de diagnostiek, behandeling en begeleiding staat het veld in de kinderschoenen als het gaat om mensen die de schoolleeftijd ontgroeid zijn. Ook in het onderzoek naar dyslexie is dit een onderbelichte groep. Dit boek probeert een bijdrage te leveren aan het verhelpen van deze lacune. Ik denk dat het daar zeker in slaagt.
Jongvolwassenen met dyslexie: Diagnostiek en begeleiding in wetenschap en praktijk
Astrid Geudens, Dieter Baeyens, Kirsten Schraeyen, Kathleen Maetens, Jolien De Brauwer & Maaike Loncke (2011), (red.)
Leuven: Acco
296 pagina's
ISBN 9789033479274
Het boek richt zich op een brede doelgroep van iedereen die te maken heeft met jongvolwassenen met dyslexie, waaronder mensen die actief zijn in de zorgsector, het onderwijs, het onderzoek en mensen betrokken bij het formuleren van beleid. Het doel is expliciet om een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk.
In twaalf hoofdstukken, voorafgegaan door een overzichtshoofdstuk, komen wetenschappelijke inzichten over definities en oorzaken (2 en 3), knelpunten en oplossingen rondom diagnostiek (4, 5 en 6), begeleiding en behandeling (7, 8 en 9), comorbiditeit (10 en 11) en beleid (12 en 13) aan bod.
Het boek begint met een overzichtshoofdstuk waarin de inhoud van de verschillende hoofdstukken kort wordt toegelicht. Ook worden er verbanden tussen de verschillende hoofdstukken gelegd. Het vormt een duidelijke oriëntatie op de rest van het boek, wat het voor de lezer makkelijk maakt relevante hoofdstukken te identificeren.
Vervolgens wordt er in twee hoofdstukken aandacht besteed aan de wetenschappelijke achtergrond van het begrip dyslexie. Daarin worden niet alleen verschillende causale theorieën belicht, maar er wordt ook uitgebreid stilgestaan bij de discussie over en de recente veranderingen omtrent de definitie van dyslexie. Naar mijn mening zijn het interessante, maar wel beknopte hoofdstukken. Dit geldt vooral voor hoofdstuk 2. Voor een uitgebreide bespreking van fundamenteel theoretische aspecten van dyslexie moet de lezer dus aan een ander adres zijn, maar de belangrijke vragen en ontwikkelingen worden wel allemaal aangestipt. Theoretisch en praktisch belangrijke vraagstukken komen terug in de gedegen hoofdstukken over comorbiditeit van dyslexie met respectievelijk dyscalculie en aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD).
De hoofdstukken over diagnostiek, waarin onder andere twee recente tests gericht op jongvolwassenen – de Interactieve Dyslexie test Amsterdam-Antwerpen (IDAA) en de Test voor gevorderd lezen en schrijven (Gletschr) –, worden besproken, vond ik zeer informatief. Zo worden aanpassingen in de diagnostische cyclus en instrumenten die nodig zijn voor de doelgroep in vergelijking met kinderen helder uiteengezet. Daarna wordt ingegaan op de behandeling en begeleiding van jongvolwassenen met dyslexie. Daarbij is er aandacht voor het lezen en spellen op zich, maar ook compenserende vaardigheden en hulpmiddelen en dispenserende maatregelen komen aan bod. Sociaal-emotionele problemen bij jongvolwassenen en de behandeling ervan worden ook belicht. Wel viel mij op dat het empirisch bewijs voor de effectiviteit van behandelmethoden beperkt lijkt. De hoofdstukken over het dyslexiebeleid in Vlaanderen en Nederland zorgen ervoor dat de lezer een compleet beeld krijgt van alle belangrijke aspecten omtrent zorg voor jongvolwassenen met dyslexie.
Voor iemand zoals ik, die zich hoofdzakelijk vanuit de wetenschap met dyslexie bezighoudt, is het boek zeer informatief en ik denk dat het ook voor clinici actuele onderwerpen op een overzichtelijke en gedegen manier bespreekt. Al met al dus een relevant werk voor zowel de wetenschap als de praktijk.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1871-1391
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie & Psychiatrie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de nieuwsbrief van Boom Psychologie & Psychiatrie met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden