Richtlijnen voor auteurs
Tijdschrift voor Neuropsychologie – diagnostiek, behandeling en onderzoek is een uitgave van Uitgeverij Boom. Het tijdschrift verschijnt driemaal per jaar. Alle leden van de NIP-sectie Neuropsychologie en van de Nederlandse en Vlaamse Vereniging voor Neuropsychologie hebben een abonnement. Ook niet-leden kunnen zich abonneren. Dit loopt via Uitgeverij Boom. De redactie aanvaardt alleen bijdragen die nog niet elders zijn gepubliceerd. Bewerkingen van eerder gepubliceerde buitenlandse artikelen zijn wel mogelijk. De redactie gaat ervan uit dat de tekst niet gelijktijdig aan een ander tijdschrift ter publicatie wordt aangeboden. De auteur geeft met zijn toestemming tot publicatie in het tijdschrift tevens toestemming tot publicatie van zijn artikel op tvn.boomtijdschriften.nl.
De redactie vergadert driemaal per jaar. We vragen u daarom eventuele kopij op te sturen voor 1 maart, 1 juni of 1 november.
Artikelen en rubrieken
Het Tijdschrift voor Neuropsychologie kent naast de artikelen de volgende rubrieken: ‘Casuïstiek’ (gevalsbeschrijving met theoretisch kader of opmerkelijke klinische consequenties), ‘Klassiekers’ (historische artikelen, tests, vragenlijsten, gevalsbeschrijvingen of erflaters), ), ‘Instrumentarium’ (nieuwe tests en vragenlijsten, normen), ‘Boekbesprekingen’ (uitgebreide bespreking) en ‘Boeksignalering’ (korte signalementen en tevens bespreking proefschriften).
Aanbieden van kopij
- De kopij dient digitaal aangeleverd te worden in Word (formaat A4), met een linkermarge van 5 cm en regelafstand anderhalf (ook de literatuurlijst en casuïstiek).
- Gebruik de voorkeurspelling, zoals te vinden in de Herziene Woordenlijst van de Nederlandse Taal (het Groene Boekje).
- Zend al uw kopij per e-mail naar de hoofdredacteur van Tijdschrift voor Neuropsychologie: tvnp@uitgeverijboom.nl (Monique van Schooneveld). U hoeft geen papieren versie in te sturen. Voor vragen over uw bijdrage kunt via het genoemde e-mailadres contact opnemen met Monique van Schooneveld.
- Geef duidelijk aan wie de auteur is die voor de verdere correspondentie verantwoordelijk is. Geef daarin ook aan of de bijdrage voor een bepaalde rubriek bestemd is.
- Als het manuscript eerder gepubliceerd materiaal bevat, moet toestemming worden bijgesloten van de betreffende auteur en van de houder van het copyright. Als een manuscript een bewerking betreft van een eerder gepubliceerd (Engelstalige) artikel, dient toestemming van de houder van het copyright te worden bijgesloten. Eventuele kosten die hieraan door de houder van het copyright worden verbonden, zijn voor rekening van de auteur.
Artikelen
- De lengte van een artikel is maximaal 4000 woorden (inclusief samenvatting en referenties).
- Het aantal referenties dient beperkt te blijven tot maximaal dertig.
- Bij voorkeur hebben de artikelen een essayistisch karakter. Er wordt ook beperkt ruimte gereserveerd voor onderzoeksmanuscripten.
- Begin het manuscript met de titelpagina, gevolgd door, telkens op een nieuwe bladzijde, samenvatting, tekst, literatuur, tabellen en figuren. Nummer de bladzijden doorlopend, te beginnen met de titelpagina.
- Probeer het onderwerp breed in te bedden: binnen welke theoretische stroming, klinisch onderzoeksveld of toepassingsgebied past het; wat zouden consequenties kunnen zijn voor het werkveld van de neuropsychologie; wat zijn de historische kaders?
- Vermeld op de titelpagina de volledige titel (beknopt maar informatief) en van iedere auteur de naam, afdeling, instituut, plaatsnaam; vermeld daaronder het correspondentieadres, inclusief e-mail.
- Elk artikel moet worden voorafgegaan door een Nederlandstalige samenvatting van hoogstens 150 woorden, die de lezer een indruk geeft van het onderwerp en de belangrijkste bevindingen.
- Zorg voor een overzichtelijke opbouw van het artikel. Begin met een inleiding en sluit af met een conclusie of discussie. Verdeel de tekst in goed van elkaar te onderscheiden paragrafen (en eventueel subparagrafen). Voorzie de paragrafen van kopjes.
- Probeer voetnoten te vermijden; gewoonlijk kunnen zij zonder bezwaar in de tekst worden verwerkt. Een ‘formele’ noot (waarin bijvoorbeeld collega’s voor hun medewerking worden bedankt of waarin wordt meegedeeld dat een artikel een bewerking is van een voordracht) is wel mogelijk en kan worden opgenomen op het titelblad.
- Foto’s en figuren apart aanleveren; geef in de tekst duidelijk aan waar foto’s en figuren moeten worden opgenomen. Tekeningen en schema’s als figuur aanduiden. Foto’s graag aanleveren in *.jpeg-formaat, met een minimale bestandsgrootte van 300 dpi (ca. 800 kb). Vermeld verder bij alle afbeeldingen de bron.
- Korte casuïstiek in de tekst laten inspringen of cursiveren.
- In de literatuurlijst dienen uitsluitend publicaties te worden opgenomen waarnaar in de tekst van het artikel wordt verwezen.
Richtlijnen voor rubrieksbijdragen
- Casuïstiek: 2000 woorden.
- Instrumentarium: 2000 woorden.
- Klassiekers: 1600 woorden.
Literatuur
Gebruik bij literatuurverwijzingen in de tekst het volgende model:
- Als een publicatie op naam van één auteur staat: ‘Lezak (1991) concludeert...’ of ‘... dat een meer actieve betrokkenheid van gezinsleden bij de behandeling noodzakelijk is (Fasotti, 1996)’.
- Bij twee auteurs: Brouwer en Van Zomeren (1999) of (Brouwer & Van Zomeren, 1999).
- Bij meer dan twee auteurs kan worden volstaan met: Brouwer e.a. (2000), ook bij de eerste vermelding.
- Worden van dezelfde auteur of groep auteurs meer publicaties uit eenzelfde jaar aangehaald, dan dienen ze te worden onderscheiden door ‘a’, ‘b’, enzovoort, achter het jaartal.
- Verwijzing naar pagina’s is nodig bij een citaat en volgt op de vermelding van het jaar; bijvoorbeeld: (De Haan & Kessels, 2002, p. 137).
- De literatuurlijst moet alfabetisch worden gerangschikt.
- Neem alleen literatuur op die specifiek is voor uw artikel en die er ook in wordt vermeld.
- Schrijf de namen van boeken en tijdschriften voluit en cursiveer ze. Volg onderstaande voorbeelden.
Voorbeeld verwijzing naar een tijdschriftartikel
Leckey, G.S. & Beatty, W.W. (2002). Predicting functional performance by patients with Alzheimer’s disease using the Problems in Everyday Living (PEDL) Test: A preliminary study. Journal of the International Neuropsychological Society, 8, 48-57.
Voorbeeld verwijzing naar een volledig boek
Deelman, B., Eling, P., De Haan, E. & Van Zomeren, E. (red.) (2004), Klinische neuropsychologie. Amsterdam: Boom.
Voorbeeld verwijzing naar een hoofdstuk uit een geredigeerd boek
Robertson, I. & Heutink, J. (2002). Rehabilitation of unilateral neglect. In: W. Brouwer, E. van Zomeren, I. Berg, A. Bouma & E. de Haan (red.), Cognitive rehabilitation: A clinical neuropsychological approach (pp. 207-221). Amsterdam: Boom.
Tekstaanwijzingen
Besteed niet te veel tijd aan het uiterlijk van de tekst. Bij het converteren van uw tekstbestand naar zetwerk zal veel weer verloren gaan. Sommige nuttige tekstopties blijven behouden, zoals cursief, onderstreept, vet, inspringen en noten. Deze functies kunnen daarom wel gebruikt worden. De redactie behoudt zich het recht voor kleine taalkundige veranderingen zonder overleg aan te brengen, en waakt er daarbij voor dat de betekenis van de tekst niet wordt beïnvloed.
Lopende tekst
- Typ de tekst eindloos (dus zonder returns), behalve voor een nieuwe alinea;
- Gebruik slechts één lettertype, eventuele bijzondere tekstblokken (casuïstiek en dergelijke) in zijn geheel cursief typen;
- Nieuwe alinea’s beginnen met één tab;
- Gebruik de volgende hiërarchie:
- hoofdstuktitel gevolgd door twee witregels
- auteursnamen: normaal
- paragraafkop: vet tussen witregels
- subparagraafkop: cursief tussen witregels
- subsubparagraafkop: cursief, geen witregel eronder
- eventuele citaten tussen ‘...’.
Tabellen, figuren en illustraties
- Deze graag nummeren. Verwijs in de tekst naar dit nummer en niet naar ‘hierboven’ of ‘bladzijde X’.
- De tabellen vormgeven met de tabelfunctie, of de kolommen maken met behulp van tabs, maar niet met spaties.
- Tabellen met een eenvoudige opmaak graag in de tekst zelf opnemen, maar figuren juist niet. Figuren dienen als losse bestanden te worden aangeleverd. Grafieken in Excel, en foto’s als jpg- of tif-bestand. Foto’s bij voorkeur niet van internet halen, tenzij ze een hoge resolutie hebben. De opmaker kan eventueel foto’s uit een boek scannen.
Stijl en opmaak
- Uitgangspunt bij de spelling is de voorkeurspelling zoals aangegeven in de Woordenlijst Nederlandse taal (1995). Beknoptheid en heldere opbouw worden op prijs gesteld; vermijd onnodig jargon, herhalingen, wollig taalgebruik en te lange zinnen; let op een consequent gebruik van de tijden; gebruik in de tekst geen afkortingen, zelfs niet de meest gangbare, en gebruik zoveel mogelijk Nederlandse vaktermen. Vermijd het gebruik van omslachtige uitdrukkingen als ‘met betrekking tot’, ‘ten aanzien van’, ‘het is een feit dat’. Gebruik geen voetnoten maar geef eventueel uitleg in de lopende tekst.
- Namen van (neuro)psychologische tests worden altijd met beginhoofdletters geschreven. Wanneer er geen Nederlandstalige versie bestaat hoeft de Engelse naam niet vertaald te worden en ook niet cursief te worden weergegeven. Voorbeelden van correcte testnamen: Wechsler Memory Scale-III, Stroop Kleur-Woord Test, Trail Making Test (en niet: ‘de Trails B’, ‘de O-zoek’, ‘de Stroop’ enzovoort). Acrononiemen dienen de eerste keer voluit geschreven te worden, waarna ze worden weergegeven tussen haakjes. Pas daarna mag het acroniem gebruikt worden. Bijvoorbeeld: de Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS).
- Getallen tot en met twintig worden altijd in woorden geschreven, daarboven alleen getallen als dertig, vijftig, honderd, negentienhonderd, vijfduizend, miljoen. Percentages worden in cijfers geschreven, tenzij geen precies aantal wordt bedoeld (‘voor vijftig procent juist’). Tussen cijfers en het procentteken wordt geen spatie gebruikt (12%). Decimalen worden aangegeven met een komma (12,7).
Casuïstiek
Het is de verantwoordelijkheid van de auteur om bij het gebruik van casuïstiek al die gegevens die een cliënt of cliëntsysteem herkenbaar zouden kunnen maken, weg te laten of te wijzigen. Eventuele klachten van (ex-)cliënten dienaangaande komen uitsluitend ten laste van de auteur.
Bericht van ontvangst
De auteur krijgt per e-mail bericht van ontvangst. Kopij wordt driemaal per jaar besproken en beoordeeld door de redactie We vragen u daarom eventuele kopij op te sturen voor 1 maart, 1 juni of 1 november. U wordt geïnformeerd over het kwartaal waarin uw manuscript besproken wordt. Binnen maximaal drie weken na bespreking ontvangt u het redactionele commentaar.
Digitaal bewijsexemplaar voor auteurs
Na verschijnen van het nummer waarin uw bijdrage is opgenomen, ontvangt de corresponderende auteur een pdf van uw bijdrage. Deze wordt verzocht het zelf onder zijn co-auteurs te verspreiden.
Nieuwsbrief Boom Psychologie & Psychiatrie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de nieuwsbrief van Boom Psychologie & Psychiatrie met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden