Vergeten, kwijt en afgeleid: Opvoedwijzer om executieve functies bij kinderen te versterken
Samenvatting
'Is je kind altijd alles kwijt? Nooit op tijd? Meteen weer vergeten wat je net zei? Overal met z'n gedachten behalve bij de les? Dan heeft je kind waarschijnlijk last van zwakke executieve functies… Na een beknopte maar heldere uiteenzetting van wat executieve functies zijn en hoe ze zich ontwikkelen, gaan de auteurs uitgebreid in op de vraag wat je er aan kunt doen.'
Vergeten, kwijt en afgeleid: Opvoedwijzer om executieve functies bij kinderen te versterken
J. Cooper-Kahn & L. Dietzel (2008)
Vertaling: R. Meijer (2011)
Amsterdam: Hogrefe Uitgevers
238 pagina's
ISBN 978-90-79729-49-4
Bovengenoemde is een kopie van het 'verkooppraatje', geplaatst op de achterflap van het boek van Cooper-Kahn en Dietzel – althans de Nederlandstalige bewerking daarvan. Het betreft hier een boek dat valt in de categorie '(zelf)hulpboeken, ter ondersteuning van opvoeders van kinderen met bovengenoemde tekorten in het executief functioneren (EF)'.
Het boek bestaat uit twee delen. In deel I wordt onder meer uitgewerkt wat de auteurs verstaan onder het begrip EF en hoe EF gemeten wordt. Deel II gaat vervolgens in op wat er mogelijk is op het gebied van EF-gerelateerde interventies en gedragsmodificatietechnieken. Waarin dit boek zichzelf onderscheidt van andere boeken in dit genre, is voor mij niet volledig duidelijk. De auteurs geven aan in hoofdstuk 1 dat zij binnen de klinische praktijk merkten dat er behoefte was aan een dergelijk boek en dat dit toentertijd (de Engelse versie is verschenen in 2008) nog niet voorhanden was. Inmiddels zijn er wel degelijk een aantal andere, vergelijkbare boeken verschenen (ook in het Nederlands, zoals Slim, maar… van Dawson en Guare; Gedrag in uitvoering van Smidts en Huizinga). Het is aan de lezer om te bepalen welk boek zij prefereren, welk boek voor hen het meest praktisch en/of het meest bruikbaar is.
Ik zal me hier primair richten op het boek van Cooper-Kahn en Dietzel. Zoals eerder gemeld, starten de auteurs deel I (hoofdstukken 1 tot en met 7) met het inkaderen van het begrip EF. Hoewel er in de literatuur meer dan honderd definities van dit begrip EF bestaan, nemen de auteurs de uitleg van Gioia (de auteur van de BRIEF; vragenlijst voor Executief Functioneren) als leidraad. Gioia stelde eerder dat EF 'een verzamelnaam is voor processen die te maken hebben met het controle hebben over jezelf en de bronnen die nodig zijn om een doel te bereiken'. Hierbij te onderscheiden processen zijn: response-inhibitie, flexibel kunnen wisselen tussen stimuli of taken, emotieregulatie, taakinitiatie, werkgeheugen, planning/organisatie, organisatie van materialen, en zelfmonitoring. Deze processen worden in het boek ieder afzonderlijk uitgewerkt.
Handig is dat de auteurs in een tabel weergeven hoe de diverse EF-processen zich ontwikkelen en de lezer daarmee een beeld geven van wanneer de ontwikkeling van EF-processen normaal verloopt. Dit overzicht is overigens gebaseerd op het eerder genoemde boek van Dawson en Guare. Daarnaast worden reeds in deel I veel praktijkvoorbeelden en handige tips gegeven. Zo laten de auteurs zien dat een kind met inslaapproblemen waarschijnlijk nog slechter gaat slapen als het net daarvoor een stimulusrijk programma op televisie heeft gekeken. Of dat het niet zinnig is om kinderen voor een (psycho)diagnostisch onderzoek te laten oefenen met neuropsychologische tests op het internet, want daarmee krijg je geen representatief beeld van de sterktes en zwaktes van een kind. Daarbij wordt uitvoerig aan de lezer uitgelegd hoe een (psycho)diagnostisch onderzoek in zijn werk gaat, welke doelen daarbij gesteld worden en wat voor soort conclusies verzorgers in dezen kunnen verwachten.
In deel II richten de auteurs zich vervolgens primair op hoe om te gaan met specifieke EF-tekorten (hoofdstukken 8 tot en met 17). Daarbij wordt per hoofdstuk steeds eenzelfde stramien gehanteerd: (a) het geven van een overzicht van symptomen die op de voorgrond treden wanneer een specifiek EF-proces niet goed verloopt (bijvoorbeeld als een kind zijn gedrag niet goed kan sturen of remmen), geplaatst in een ontwikkelingsperspectief, (b) het geven van een overzicht van strategieën die gehanteerd kunnen worden om deze problemen zoveel mogelijk te minimaliseren – de auteurs geven hierbij aan dat dit overzicht niet alomvattend is en zuiver dient ter inspiratie, (c) illustraties van punten (a) en (b) aan de hand van casuïstiek uit de klinische praktijk, en ten slotte (d) het leggen van een link met het functioneren van het kind op school en in andere omgevingen. Zij hanteren daarbij steeds een tweesporenbeleid: kinderen moeten uiteindelijk zo goed mogelijk kunnen functioneren in het 'hier en nu' en er dient gestreefd te worden naar zelfstandigheid op langere termijn.
Na het lezen van alle hoofdstukken in deel II valt mij op dat veel dezelfde oplossingen (steeds in een iets ander jasje gestopt qua formulering) aangereikt worden om verschillende EF-problemen op te lossen. De kern is steeds: bied structuur aan, visualiseer zaken, geef beloningen en sta model voor je kind – adviezen die overigens ook niet zullen misstaan in een boek geschreven voor ouders van kinderen met 'nominaal' ontwikkelende EF's.
Kortom, de fundamenten van de (cognitieve) gedragstherapie worden op een praktische wijze helder uitgewerkt. Maar omdat dit per proces (in andere woorden) terugkomt, krijgt de lezer een gevoel van herhaling. Maar goed, door herhaling leert men beter en het voordeel is dat ieder hoofdstuk in deel II los van de andere hoofdstukken gelezen kan worden. Als een kind specifieke tekorten heeft, hoeft een verzorger niet het hele boek door te spitten. Bij dit soort boeken dient mijns inziens wel altijd de vraag gesteld te worden of het voor iedere ouder geschikt materiaal is. Dit boek lijkt mij vooral geschikt voor hoger opgeleide verzorgers, die meer willen weten over het functioneren van het kind en waarbij de kinderen een normale (cognitieve) ontwikkeling of slechts milde problematiek laten zien.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1871-1391
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie & Psychiatrie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de nieuwsbrief van Boom Psychologie & Psychiatrie met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden