Handbook of neurodevelopmental and genetic disorders in children, 2nd edition
Samenvatting
Sam Goldstein en Cecil Reynolds zijn grote namen op het gebied van de klinische neuropsychologie met specialisaties in traumatisch hersenletsel en ontwikkelingspsychologie. Beiden hebben zowel ruime klinische ervaring als een indrukwekkende staat van dienst met betrekking tot onderzoek en publicaties. Het handboek, waar zij de redactie over gevoerd hebben, heeft als hoofddoel clinici te informeren over de invloed van genetica op de neuropsychologische en neurobiologische ontwikkeling van kinderen. Het is opgebouwd uit meerdere delen. In deel 1 wordt algemene achtergrondinformatie gegeven. Het waarom en hoe van neuropsychologisch onderzoek bij kinderen wordt besproken, er wordt uitleg gegeven over de verschillende vormen waarin erfelijke aandoeningen overgedragen kunnen worden, het belang van neuro-imaging onderzoek bij erfelijke aandoeningen wordt belicht, en de rol van de familie en bredere sociale omgeving komt aan bod. Al met al is dit eerste gedeelte goed te lezen, ook voor neuropsychologen met weinig kennis van de genetica. Het is echter wel duidelijk bedoeld als studieboek: je moet er echt voor gaan zitten. Dit loont wel de moeite. Na dit eerste deel gelezen te hebben, ben je weer goed op de hoogte van de meest recente inzichten op het gebied van de genetica en neuro-imaging en is je kennis met betrekking tot het waarom en hoe van neuropsychologisch onderzoek bij kinderen weer goed opgefrist.
Sam Goldstein & Cecil R. Reynolds (red.), (2011)
New York/Londen: The Guilford Press
588 pagina's
ISBN 978-1-60623-990-2
Het tweede en derde deel hebben respectievelijk betrekking op 'stoornissen die primair leren en gedrag beïnvloeden' en 'stoornissen met brede spectrumeffecten'. Persoonlijk vind ik dit minder geslaagde titels, omdat ik niet direct zou weten welke stoornissen hieronder vallen en het een het ander ook niet uitsluit. Betere benamingen waren mijns inziens geweest 'veelvoorkomende erfelijke stoornissen waarvan de genetische basis nog grotendeels onduidelijk is' en 'zeldzame erfelijke stoornissen waarvan de genetische basis duidelijk is' voor respectievelijk deel 2 en 3. Deel 2 heeft namelijk betrekking op neuropsychiatrische aandoeningen die veel voorkomen en aantoonbaar genetisch bepaald zijn, namelijk autismespectrumstoornissen, disruptieve gedragsstoornissen (ADHD, ODD, CD), syndroom van Gilles de la Tourette, angst- en stemmingsstoornissen en leerstoornissen, maar waarvan uit onderzoek is gebleken dat de genetische basis heel heterogeen is. Dat wil zeggen dat bij de meeste patiënten een groot aantal risicogenen een rol speelt die de kans op het ontwikkelen van de aandoening vergroten. Echter, welke risicogenen dit zijn, kan verschillen van patiënt tot patiënt, en eveneens is er een belangrijke rol voor de omgeving weggelegd. Anders is dat bij de zeventien zeldzame stoornissen die in deel 3 besproken worden, zoals het syndroom van Turner (afwezigheid of afwijking in het X-chromosoom bij meisjes), fragiele X-syndroom (afwijking in het FMR1-gen op het X-chromosoom), downsyndroom (drie in plaats van twee kopieën van chromosoom 21 is de meeste bekende vorm, variaties hierop zijn mogelijk) en phenylketonuria (PKU, mutaties in het PAH-gen op chromosoom 12). In tegenstelling tot de aandoeningen besproken in deel 2, zijn deze aandoeningen veelal te herkennen aan karakteristieke uiterlijke kenmerken van het kind en de diagnose kan eenvoudig bevestigd worden met genetisch onderzoek.
De verschillen in aard tussen de aandoeningen besproken in deel 2 en 3 hebben ook direct invloed op de rol van neuropsychologische diagnostiek en de behandeling. Er is veel meer bekend met betrekking tot de neuropsychologische kenmerken van de stoornissen in deel 2 dan die uit deel 3. Dit vertaalt zich verhoudingsgewijs ook in de hoeveelheid ruimte die er is ingeruimd voor de neuropsychologische diagnostiek en behandeling. Vooral de behandeling van stoornissen in deel 3 is veelal medisch van aard en niet (neuro)psychologisch. Dit neemt echter niet weg dat de redacteuren er goed in zijn geslaagd elke aandoening volledig aan bod te laten komen, waarbij de geschiedenis, prevalentie, neuropsychologische en neurobiologische kenmerken, genetische en omgevingsoorzaken, diagnostiek, ontwikkelingsverloop en behandeling aan bod komen. Hiermee is een mooi, overzichtelijk en compleet naslagwerk ontstaan met betrekking tot erfelijke aandoeningen bij kinderen.
De redacteuren hadden zelf als lezersdoelgroep 'neuropsychologen, klinisch kinder- en jeugdpsychologen, schoolpsychologen, kinder- en jeugdpsychiaters, spraak-taalpathologen, pediatrisch neurologen, en kinderartsen' voor ogen. Persoonlijk vraag ik me af in welke mate deze doelgroep echt in aanraking komt met kinderen met zeldzame genetische stoornissen zoals besproken in deel 3. Daarentegen sluit deel 1 (bespreking van neuropsychologische diagnostiek en behandeling bij kinderen en de achtergrond in genetica en neuro-imaging) en deel 2 (veelvoorkomende erfelijke aandoeningen) absoluut aan bij de beoogde lezersdoelgroep en vormen deze delen een uitstekend leerboek voor neuropsychologen in opleiding. Deel 3 is waarschijnlijk alleen nuttig voor een kleine groep clinici die werkzaam is in settings waar klinisch genetisch onderzoek gedaan wordt en deze patiëntengroep sterker vertegenwoordigd is, zoals in universitair medische centra.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1871-1391
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie & Psychiatrie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de nieuwsbrief van Boom Psychologie & Psychiatrie met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden