Handboek Gilles de la Tourette
Samenvatting
Bij Gilles de la Tourette moet ik algauw denken aan een zeldzaam beeld met uitzonderlijke motorische tics en heftig schelden en vloeken. Klinisch psycholoog Cara Verdellen, neuroloog Agnes Wertenbroek en psychiater Daniëlle Cath laten echter met het recent verschenen Handboek Gilles de la Tourette zien hoe achterhaald dit beeld is. Het boek is een revisie van het in 1996 uitgebrachte Syndroom van Gilles de la Tourette: Een leidraad voor diagnostiek en behandeling en is substantieel toegenomen in zowel het aantal paginanummers als de verscheidenheid aan disciplines die meewerkten aan de totstandkoming van dit handboek. Het boek volgt een logische opbouw met een aantal hoofdstukken achtergrondinformatie, drie hoofdstukken gewijd aan de diagnostiek en een zestal hoofdstukken over de behandeling van Gilles de la Tourette (GTS).
Handboek Gilles de la Tourette
C. Verdellen, A. Wertenbroek & D. Cath (red.), (2019), Amsterdam: Boom uitgevers, 374 pagina's, ISBN 9789089535177
In het eerste hoofdstuk wordt uitvoerig de geschiedenis van het syndroom GTS beschreven vanaf het begin van de negentiende eeuw. In deze geschiedenis staat met name de discussie centraal of ticstoornissen een organische grondslag hebben of dat de oorzaak toch van psychogene aard is (lees: een onderliggend onbewust conflict). Vervolgens worden diagnostische criteria, prevalentiecijfers en veelvoorkomende comorbiditeiten van GTS beschreven. GTS wordt tegenwoordig beschouwd als het ernstigste einde van het continuüm aan ticstoornissen die dezelfde genetische basis delen. Opmerkelijk is de enorm hoge prevalentie van psychiatrische comorbiditeiten bij GTS: voornamelijk obsessieve compulsieve stoornissen (OCS), ADHD en stemmingsstoornissen. Hoewel de tics doorgaans afnemen met de leeftijd lijken de comorbide psychiatrische aandoeningen persisterend. In hoofdstuk 3 worden deze comorbiditeiten besproken, en wordt inzichtelijk beschreven hoe deze aandoeningen zich verhouden tot GTS. Hoofdstukken 4, 5 en 6 behandelen respectievelijk het onderzoek naar de erfelijkheid van GTS, neuro-imaging bij GTS en de invloed van omgevingsfactoren bij GTS. De auteurs staan stil bij een aantal klassieke studies in het GTS-onderzoek, maar praten de lezer ook bij over de meest recente studies in het veld. Het is knap hoe het de auteurs hierbij lukt om de specialistische onderzoeksmethoden op begrijpelijke wijze uit te leggen. Bij het lezen van deze hoofdstukken wordt duidelijk hoe het complexe samenspel van factoren een rol speelt in het ontstaan en beloop van GTS.
Vervolgens wordt de diagnostiek van ticstoornissen behandeld. De auteurs laten zien hoe ticstoornissen door middel van een adequate (hetero)anamnese kunnen worden vastgesteld. Vervolgens worden er een aantal meetinstrumenten voorgesteld – en tevens in bijlages bijgevoegd – die de diagnose kunnen ondersteunen en de tic-ernst en behandeleffecten kunnen vaststellen. Het hoofdstuk over de neuropsychologische diagnostiek laat zien dat er nog veel onduidelijk is over cognitieve problemen bij GTS, onder andere vanwege de invloed van comorbiditeiten en grote heterogeniteit tussen personen met GTS. Al met al is er op dit moment onvoldoende evidentie voor het standaard uitvoeren van een neuropsychologisch onderzoek bij patiënten met GTS, maar dit kan wel worden aanbevolen bij cognitieve klachten. In dat geval geven de auteurs een overzicht van passende tests per cognitief domein.
In het laatste deel van het handboek wordt ingegaan op de behandeling van GTS. Een hoofdstuk bespreekt welke thema's onderdeel moeten zijn van de essentiële psycho-educatie en hoe deze aangepast kan worden voor kinderen, hun ouders en volwassenen met GTS. Wanneer de klachten blijven bestaan na psycho-educatie, is gedragstherapie de eerste behandelkeuze, met het meeste bewijs voor 'habit reversal'-training en exposure met responsepreventie. Beide behandelingen proberen associaties tussen premonitore sensaties en de tics te verbreken en worden in het hoofdstuk over gedragstherapie kort besproken. In het hoofdstuk over medicamenteuze behandelopties worden indicaties voor een medicamenteuze behandeling voor tics besproken. Tevens wordt er per medicijn uitvoerig ingegaan op de werkingsmechanismen, beschikbare gecontroleerde studies, dosering en mogelijke bijwerkingen. Gegeven de hoge prevalentie van comorbiditeiten bij GTS is er een hoofdstuk gewijd aan de behandeling van deze aandoeningen. Naast een overzicht van mogelijke medicamenteuze en psychologische behandelingen voor veelvoorkomende comorbiditeiten bij GTS, worden er een aantal handvatten aangereikt die kunnen helpen bij waar men de behandeling in eerste instantie op richt: de tics en/of de comorbide symptomen. Het hoofdstuk over neurochirurgische behandeling laat zien dat Deep Brain Stimulation in het geval van therapieresistente GTS een veelbelovend redmiddel kan zijn voor een goed geselecteerde patiëntengroep. Het laatste hoofdstuk gaat in op de rol van de omgeving (school, werk, gezin, sociale contacten en patiëntenorganisatie) in de ondersteuning van patiënten met GTS. Hierin wordt het belang besproken van goede samenwerking tussen school en gezin, het geven van voorlichting en lotgenotencontact.
De redacteuren hadden voor ogen om dit handboek voor zowel (kinder)artsen en psychologen als patiënten en hun omgeving toegankelijk te maken en dat is hen goed gelukt. Het boek lijkt alle relevante onderwerpen gerelateerd aan GTS te behandelen, bevat verhelderende klinische vignetten en is in zeer begrijpelijke taal geschreven. Daar tics voornamelijk bij kinderen en adolescenten voorkomen lijkt dit boek het meest geschikt voor (neuro)psychologen werkzaam met deze doelgroep. Het boek laat echter zien dat GTS ook voorkomt bij volwassenen en dat de (comorbide) symptomen persisterend zijn door de volwassenheid waardoor het ook bruikbaar kan zijn voor hen die in de volwassen-GGZ werkzaam zijn. Al met al is dit handboek een leesbaar naslagwerk dat de bewustwording omtrent GTS zal vergroten, wat hopelijk zal bijdragen aan vroegtijdige diagnostiek en juiste behandeling.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1871-1391
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie & Psychiatrie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de nieuwsbrief van Boom Psychologie & Psychiatrie met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden