Slaap onderhoudt lichaam en geest, is belangrijk voor cognitieve functies en de emotionele huishouding en zorgt voor een nachtelijk ‘schoonspoelen’ van de hersenen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat verstoorde slaap leidt tot een geringer welbevinden en suboptimale gezondheid.
Om de effecten van gestoorde slaap op het cognitief en emotioneel functioneren binnen onze beroepsgroep onder de aandacht te brengen, wordt in dit themanummer van Tijdschrift voor Neuropsychologie aandacht besteed aan een aantal veelvoorkomende slaapstoornissen. De drie hoofdartikelen betreffen wat we noemen de Grote Drie: insomnie (DSM-5 categorie M00), obstructief slaapapneu/hypopneu syndroom (DSM-5 categorie M03) en het rusteloze benen syndroom (DSM-5 categorie M10). Met de invoering van de DSM-5 worden de slaap-waakstoornissenals eigenstandige diagnoses gesteld, gelijkwaardig aan mogelijke andere stoornissen.
De schatting is dat zeker 20% van de algemene bevolking voldoet aan de klinische criteria voor een van deze drie slaapstoornissen. Het voorkomen van slaapstoornissen in de neuropsychologische praktijk is aanzienlijk hoger. Schattingen van de prevalentie onder neurologische en psychiatrische patiënten lopen op tot wel 60%. Naast de Grote Drie besteden we in de verschillende bijdragen ook aandacht aan andere categorieën van slaapstoornissen: de parasomnieën (zie de rubriek Klasssiekers over slaapwandelen) en circadiane slaapwaakstoornissen (zie Casuïstiek over autisme). Tevens biedt de rubriek Instrumentarium praktische handvatten voor diagnosticeren en herkennen van verstoorde slaap in de klinisch neuropsychologische praktijk en de gevolgen van verstoorde slaap (zie het gratis artikel).