Prisma-adaptatie in revalidatie? Geen vermindering van neglect na prisma-adaptatie in de subacute fase na een beroerte: Een gerandomiseerd effectonderzoek 
Antonia F. ten Brink, Johanna M.A. Visser-Meily, Martijn Schut, Lauriane Spreij, Anja Eijsackers, Mirjam Kouwenhoven & Tanja C.W. Nijboer
In deze randomized controlled trial (RCT) staat de invloed van prisma-adaptatie (PA) op neglect centraal tijdens het uitvoeren van (basale) activiteiten uit het dagelijkse leven (ADL). In eerdere RCT’s stonden neuropsychologische uitkomstmaten (onder andere wegstreeptaken) centraal, daarom zijn deze uitkomstmaten ook meegenomen om deze studie te kunnen vergelijken met die eerdere studies. Patiënten met neglect, opgenomen voor klinische revalidatie, werden twee weken lang dagelijks behandeld met PA (n = 34) of shamadaptatie (SA; n = 35). Er waren meetmomenten op baseline en één tot vier weken, zes en veertien weken na start van de behandeling. Patiënten gingen vooruit op zowel de neuropsychologische als de uitkomstmaten op het niveau van ADL. Opvallend was dat beide groepen (PA en SA) vergelijkbaar vooruitgingen op alle meetmomenten in de tijd. Op basis van deze resultaten zouden de auteurs PA (nog) niet aanbevelen als behandeling voor neglect.
 
Hersenletsel heb je niet alleen: Een evaluatie van semigestructureerde groepseducatie voor naasten van mensen met hersenletsel
Annemarie P.M. Stiekema, Luka Geenen, Sven Stapert, Henricus G.G. van Balen & Caroline M. van Heugten
Hersenletsel heeft grote gevolgen voor het leven van de patiënt, maar ook voor dat van naasten. Hulpverlening aan naasten bij het leren omgaan met de gedragsmatige gevolgen van hersenletsel is belangrijk voor het welzijn van de naaste zelf en dat van de patiënt. In dit artikel beschrijven de auteurs een semigestructureerde groepseducatie voor naasten van mensen met hersenletsel: een combinatie van interactieve psycho-educatie met uitwisseling van ervaringen van lotgenoten. Ze analyseerden 162 evaluatieformulieren, verzameld onder deelnemers over een periode van vijftien jaar. Hieruit blijkt dat deelnemers baat hadden bij praktische informatie, kennis over en inzicht in de gevolgen van hersenletsel en steun van mededeelnemers. Inzicht in ontlokkers van probleemgedrag en emotionele aanpassing werden bevorderd. Op basis van deze kwalitatieve studie concluderen de auteurs dat deze vorm van groepseducatie naasten helpt om beter om te gaan met de gevolgen van hersenletsel, zowel voor naasten zelf als in relatie tot de persoon met hersenletsel.
Zie ook het gratis artikel.
 
Mindfulnesstraining voor mensen met dementie en hun mantelzorgers: Rationale, status huidig onderzoek en toekomstige mogelijkheden
Lotte Berk, Franca Warmenhoven, Jim van Os & Martin van Boxtel
De wereldbevolking vergrijst en de prevalentie van dementie neemt toe. In 2050 vormen mensen van zestig jaar en ouder een kwart van de bevolking. Nog steeds is er geen effectieve behandeling voor dementie. Nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde methoden zijn nodig om het welzijn van zowel mantelzorger als persoon met dementie te ondersteunen. Een beschikbare behandelmogelijkheid is mindfulnesstraining: een derde generatie cognitieve gedragstherapie waarvan is aangetoond dat deze het psychisch welbevinden bij uiteenlopende ziektebeelden en gezondheidsproblemen kan verbeteren. Mindfulness, aandacht voor de ervaring in het huidige moment, zonder te oordelen, is een vaardigheid die kan worden ontwikkeld, doorgaans via een standaard achtweekse training. Het doel van deze literatuurstudie is om een overzicht te geven van beschikbare studies over mindfulness voor mensen met dementie of hun mantelzorgers, en om suggesties te doen voor toepassing van mindfulnesstraining in de zorg, en om aanbevelingen te doen voor verder onderzoek.
 
Het meten van problemen in het dagelijks leven bij beginnende dementie: De Amsterdam IADLvragenlijst
Sietske A.M. Sikkes, Mark A. Dubbelman, Merike Verrijp, Roos J. Jutten, Freek Gillissen, Yolande A.L. Pijnenburg & Philip Scheltens
Dementie wordt gekenmerkt door een geleidelijke cognitieve achteruitgang die gepaard gaat met problemen in het dagelijks functioneren. Het objectief vaststellen van interferentie van cognitieve problemen met het dagelijks functioneren is van belang voor het vaststellen van dementie, het in kaart brengen van het ziektebeloop en het evalueren van behandelingen. Omdat bestaande instrumenten voor het meten van cognitief complexe alledaagse activiteiten, zogenaamde ‘instrumental activities of daily living’ (IADL), verouderd waren, werd de Amsterdam IADL-vragenlijst ontwikkeld in samenwerking met experts, mensen met dementie en hun naasten. De adaptieve vragenlijst houdt rekening met individuele verschillen in dagelijkse activiteiten zoals betalen, koken en het gebruik van alledaagse technologie. In dit overzichtsartikel beschrijven de auteurs de vragenlijst binnen de context van reeds bestaande IADL-vragenlijsten en presenteren ze de onderzoeken naar de validiteit en betrouwbaarheid. Ze vatten de belangrijkste bevindingen samen, staan stil bij de nieuwe ontwikkelingen en geven aanbevelingen voor implementatie in de klinische praktijk.
 
Ennio de Renzi (1924-2014), de Italiaanse grondlegger van de neuropsychologie
Paul Eling
Nederlandse neuropsychologen zijn vertrouwd met de wortels van het vakgebied in Frankrijk, Duitsland en Engeland. We zijn minder bekend met de ontwikkelingen van het vakgebied in Italië. Ennio de Renzi moet als een van de grondleggers van de neuropsychologie in Europa gezien worden, naast Oliver Zangwill en Henri Hécaen. Paul Eling beschrijft zijn levensloop.